In het tweede deel van deze serie over CSRD, de Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportages, gaan we ons verdiepen in het dubbele materialiteitsbeginsel. Dit concept is namelijk cruciaal voor een rapportage die niet alleen voldoet aan de verplichting, maar je organisatie ook daadwerkelijk nieuwe inzichten of meer richting kan geven.
Er zijn twee vragen die hiervoor belangrijk zijn:
Daarvoor gaan we in gesprek met CSRD-specialist Myrthe Rubenkamp.
De CSRD gaat verder dan alleen een simpele verslaglegging waarmee bedrijven aantonen dat ze voldoen aan de regels. Volgens Rubenkamp is de essentie, het dubbele materialiteitsbeginsel, veel meer omvattend. “Het gaat er hier om wat jouw organisatie kan toevoegen op het gebied van duurzaamheid én welke invloeden duurzaamheid heeft op jouw organisatie.”
Deze invloeden kunnen gekwantificeerd worden in financiële middelen, maar ook door de consequenties voor mens en milieu in kaart te brengen. “Hier moeten we niet de gegevens van ketenpartners en stakeholders uit het oog verliezen,” benadrukt Rubenkamp.
Hoe de uitvoering van de CSRD-rapportages er precies uit moet zien in de praktijk lijkt soms nog onduidelijk. “Maar er wordt steeds duidelijker wat er nodig is,” vindt Rubenkamp. “Kijk ook goed naar vragen die je als organisatie zelf ontvangt van je financiers, ketenpartners en andere stakeholders.”
Op dit moment wordt nog wel erg veel informatie uitgevraagd, op een heel breed vlak. Hoe ver moeten organisaties daarin meegaan? “Moet je bijvoorbeeld de duurzaamheidsimpact weten van de cateraar die de lunch verzorgt bij je transportbedrijf? Of hoe het afval wordt gescheiden bij je leveranciers?” Ergens ligt er wel een grens vindt Rubenkamp, die heeft in de praktijk vooral te maken met een inschatting van hoe groot de impact van bepaalde onderdelen is.
Ook al lijkt het soms wat chaotisch op dit moment, veel bedrijven hebben al veel informatie inzichtelijk en kunnen die redelijk snel opleveren voor je eigen dubbele materialiteitsanalyses. Open communicatie mag daarbij niet uit het oog worden verloren volgens Rubenkamp. “Blijf altijd met ketenpartners, en andere stakeholders in gesprek. Zo val je elkaar niet lastig met onnodige vragen en voorkom je dat je samen verzandt in een tsunami van gegevens.”
Wil je weten wat jouw bedrijf moet doen om te voldoen aan de hele CSRD-richtlijn? Volg dan deze checklist (deel 1 over de voorbereiding vind je hier) die je helpt bij het inzichtelijk krijgen van de dubbele materialiteit in jouw duurzaamheidsbeoordeling.
Voordat je weet welke impact je bedrijf heeft, is het belangrijk dat je alles over je bedrijfsvoering inzichtelijk maakt. Dus, in welke industrie ben je werkzaam, welke modellen volg je, hoe ziet je supplychain eruit, en wat is je afzetmarkt? De antwoorden op deze vragen vormen de eerste kaders voor je duurzaamheidsbeoordeling met dubbele materialiteit.
Kijk ook bij het GRI voor de laatste inzichten over duurzaamheidsverslaglegging. Dit netwerk werkt met een breed scala aan deskundigen uit verschillende branches. In verschillende werkgroepen stellen ze richtlijnen op voor maatschappelijke verslaggeving over bedrijfsvoering en –resultaten. Duurzaamheid speelt hierbij uiteraard een grote rol.
De ideeën die je hier opdoet geven je richting en kunnen je laten zien wat voor jouw organisatie mogelijk interessant kan zijn.
Nu je de kaders weet en hebt bepaald op welk vlak je gegevens nodig hebt, kun je informatie gaan inwinnen bij de stakeholders van jouw organisatie. Wat vinden zij belangrijk? En waar zien zij kansen om impact te maken?
Stel hiervoor questionnaires op, of interview je stakeholders om al deze informatie in kaart te brengen. Let wel, het gaat hier niet alleen over ESG-gegevens, maar ook over financiële gevolgen. Dit zijn de inzichten die je helpen om prioriteiten te stellen. Uiteindelijk kun je hiervoor ook een dubbele materialiteitsmatrix opstellen waarmee je de hoogst beoordeelde onderwerpen snel helder hebt.